Wat heeft de coronaperiode opgeleverd voor de wijkzorg en wijkverpleging bij de Zorgboog? Het korte antwoord: Het gebruik van de schijf van 5. Het lange antwoord: Lees de onderstaande blog.
Op zondag 9 maart kwam een telefoontje van GGD Brabant Zuidoost dat er een cliënt bij ons in zorg was van wie de partner positief getest was op COVID-19. De eerste kennismaking met het coronavirus binnen onze organisatie. Vanaf dat moment kwamen we terecht in een periode van onzekerheid en onduidelijkheid. We werden geconfronteerd met vragen zoals: wat kan nog wel en wat kan niet meer, hoe lang gaat dit duren en wat komt er nog meer op ons af? Ook was er angst bij cliënten om besmet te raken door onze medewerkers en angst bij medewerkers om cliënten te besmetten.
Waardevol
Ik wil in mijn blog zeker niet voorbijgaan aan het verdriet van cliënten en medewerkers over de vaak schrijnende situaties en eenzaamheid van veel ouderen in deze crisis. We hebben veel gediscussieerd over het al dan niet dragen van mondkapjes, handschoenen en schorten. In de media is hier veel over geschreven en gezegd en het heeft gelukkig geleid tot nieuwe inzichten en nieuw beleid.
Ik wil in deze blog echter vooral stilstaan bij de mooie initiatieven en voorbeelden van 'anders zorgen' in deze crisistijd. Voorbeelden die we moeten proberen vast te houden. We hebben immers ook de opdracht om in de toekomst thuiszorg beschikbaar te houden voor zoveel mogelijk mensen. Omdat mensen langer thuis zullen blijven wonen, willen we de toename aan mensen die zorg nodig hebben op een andere manier aanpakken. 'Anders zorgen' betekent voor de wijkzorg en wijkverpleging van de Zorgboog onder andere het inzetten van zorgtechnologie en het 'van en voor elkaar zorgen'.
Balans zoeken
Juist in de coronaperiode konden we vaak niet fysiek bij mensen thuiskomen en gingen we met cliënten in gesprek over mogelijkheden van het inzetten van mantelzorg en van zorg op afstand.
We hebben gezien hoe mantelzorgers, families en naasten van cliënten bereid waren zorg over te nemen. Uiteraard realiseerden we ons ook dat sommige mantelzorgers deze mogelijkheid hadden, omdat ze genoodzaakt waren vanuit huis te werken of hun eigen werk ophield. Ook nu het virus enigszins onder controle is, zullen met z'n allen moeten blijven zoeken naar de balans van wat naasten kunnen betekenen voor iemand die zorg nodig heeft en wanneer en op welke manier aanvullend professionele zorg moet worden ingezet.
Datzelfde geldt voor de inzet van zorgtechnologie. Is het bijvoorbeeld nog reëel dat we de schaarse capaciteit aan verzorgend en verplegend personeel inzetten terwijl er hulpmiddelen beschikbaar zijn om bijvoorbeeld zelfstandig elastische kousen aan- en uit te trekken en er brillen zijn die kunnen helpen zelf de ogen te druppelen?
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
In deze coronaperiode zijn we kritisch geweest in wat noodzakelijke zorg is en wat kan helpen om cliënten minder afhankelijk te laten zijn van de momenten dat een zorgmedewerker komt. We hebben mooie voorbeelden van cliënten die de stap hebben gezet om via beeldbellen contact te houden met de zorgmedewerker, of die een druppelbril hebben aangeschaft om zelf de ogen te druppelen. Deze voorbeelden helpen ons allen in het nemen van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om met hetzelfde aantal zorgmedewerkers meer cliënten te kunnen voorzien van noodzakelijke zorg.
Anders zorgen geven wij handen en voeten door onze schijf van 5. In een intensief scholingsprogramma leren we onze medewerkers om deze schijf van 5 dagelijks toe te passen in hun werk. Dat betekent in gesprek gaan met cliënten hoe zij eigen regie kunnen houden over hun leven om zo min mogelijk afhankelijk zijn van professionele hulp.